Het Fonds Jean Capart, opgericht in 2016 op initiatief van zijn familie, is een privaat fonds met als doel het werk en het historisch patrimonium van deze vader van de Belgische egyptologie te vrijwaren, te herwaarderen en bekendheid te geven.
Dit fonds geniet de steun van de Koning Boudewijnstichting – een stichting van algemeen nut actief op Belgisch, Europees en wereldvlak – en is geplaatst onder het erevoorzitterschap van één van de kleindochters van Koningin Elisabeth, Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Esméralda van België.
In samenwerking met het Egyptologisch Genootschap Koningin Elisabeth en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel, ondersteunt dit fonds in eerste instantie het project dat opgezet is door de historicus Jean-Michel Bruffaerts, specialist van Jean Capart en van de geschiedenis van de Belgische egyptologie. Het is samengesteld uit een Raad van Bestuur en een Raad van Deskundigen. De eerste, met als voorzitter Dominique Capart, de oudste van de kleinzonen van Jean-Capart, staat in voor het goede beheer van de fondsen; de tweede verenigt egyptologen, papyrologen en historici uit de academische wereld en musea, die dankzij hun expertise en hun wetenschappelijke kennis borg staan voor het welslagen van het project.
Brief van Koningin Elisabeth van België aan Jean Capart, 7 oktober 1945 (Arch. EGKE)
Elisabeth (1876–1965), geboren Hertogin van Beieren, echtgenote van Koning Albert I, was de derde Koningin der Belgen. Ze bezocht Egypte verschillende malen. Op 18 februari 1923, vergezeld door haar zoon Leopold (de toekomstige Koning Leopold III) (1901–1983) en Jean Capart, reist ze naar de Vallei der Koningen om de grafkamer van farao Toetanchamon mee te openen. Ter nagedachtenis aan dit bezoek stelt Jean Capart haar voor om, onder haar bescherming, een Fonds Koningin Elisabeth op te richten, dat al snel de naam Egyptologische Stichting Koningin Elisabeth zou dragen. Elisabeth bleef nauw verbonden met de directeur van het fonds en verleende hem tot aan zijn overlijden zowel morele als niet aflatende financiële steun.